Beleidsregels jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017

DeWinterswijkgids.nl kreeg de volgende bekendmaking binnen: Beleidsregels jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017.

Meer informatie over deze bekendmaking:

1. InleidingDeze Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017 zijn een uitwerking van de Verordening Jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017. Deze beleidsregels zijn bedoeld om tot een samenhangend stelsel over de beoordeling van een jeugdhulpvraag en de toegang tot individuele voorzieningen voor de jeugdhulp te komen. Het college van burgemeester en wethouders is verantwoordelijk voor de inzet van de noodzakelijke voorzieningen op het gebied van jeugdhulp. Het college is bevoegd om de toegang tot jeugdhulp te verlenen op grond van de Jeugdwet. In de praktijk zal het college de uitvoering van de toeleidingsprocedure voor het inzetten van jeugdhulp niet zelf uitvoeren, maar mandateren aan deskundigen. Ook op andere plaatsen in de verordening en in de wet waar staat ‘het college’, kan het college deze bevoegdheid mandateren naar ondergeschikten dan wel niet-ondergeschikten op grond van de algemene regels van de Awb. In dit geval betreft het de mandatering aan het gebiedsgebonden generalistenteam, i.c. het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek. Er wordt naar gestreefd de toekenning van individuele voorzieningen in de Achterhoekse gemeenten langs een meer eenduidige manier af te wegen, ongeacht hoe het lokale team (toegang) vorm gegeven is. De weg waarlangs de toegang dit beoordeelt wordt weergegeven in het bijgevoegde afwegingskader (bijlage 1).2. Reikwijdte gemeentelijke verantwoordelijkheid JeugdwetVoor jeugdhulp geldt dat gemeenten geen voorzieningen hoeven te treffen als er aanspraak mogelijk is op de Wet langdurige zorg (Wlz), of als er een recht op zorg als bedoeld bij of krachtens de Zorgverzekeringswet (Zvw) en/of Passend Onderwijs bestaat. Indien er meerdere oorzaken ten grondslag liggen aan de problematiek en daardoor zowel een vorm van zorg op grond van de Wlz of de Zvw als een soortgelijke voorziening op grond van de Jeugdwet kan worden verkregen, moet een voorziening op grond van de (Jeugd) Wet getroffen worden.Als de jeugdige 18 jaar wordt, verandert de verantwoordelijkheid voor de hulp:•Als de zorg vanaf 18 jaar op grond van een andere wet (Zvw, Wlz of Wmo) kan worden verleend is de gemeente niet meer jeugdhulpplichtig.•Als het om een vorm van jeugdhulp gaat die voor meerderjarigen niet op grond van een andere wet kan worden voortgezet (met name jeugd- en opvoedhulp, niet zijnde jeugd- GGZ of jeugd-LVG), dan blijft de gemeente wèl verantwoordelijk voor het voortzetten van de jeugdhulp tot uiterlijk 23 jaar.3. Werkwijze toegang en toeleiding JeugdhulpHet college richt voor de procedure voor de melding van een hulpvraag door een jeugdige en/of zijn ouders de toegang in met een professioneel generalistenteam. Voor de jeugdhulp betreft dit het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek. Het college laat zich in de voorbereiding en afhandeling van een (melding) van een hulpvraag vertegenwoordigen door het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek. 3.1 Melding HulpvraagJeugdigen en ouders kunnen schriftelijk, telefonisch of mondeling een hulpvraag melden bij het college. Iedere jeugdige of ouder die zijn woonplaats heeft in de gemeente kan zich ook rechtstreeks met een jeugdhulpvraag richten tot het Ondersteuningsteam. Ook de huisarts, jeugdarts, medisch specialist, docent/schoolbegeleider of maatschappelijk ondersteuner van de jeugdige en/of de ouders kan de jeugdige en/of de ouders voorstellen/begeleiden om de hulpvraag aan het Ondersteuningsteam voor te leggen.3.2 Vooronderzoek en gespreksvoorbereidingWanneer een cliënt behoefte heeft aan ondersteuning kan hij of zij bij ‘de Post’ of direct bij het Ondersteuningsteam zijn vraag stellen. Soms blijkt na een korte vraagverkenning dat informatie en advies voldoende is voor cliënt om het ondervonden probleem op te lossen. Wanneer verdere vraagverheldering of verdieping nodig blijkt wordt verder onderzoek gedaan. Voorafgaand aan het onderzoek wijst het college de cliënt en zijn ouders op de mogelijkheid om gebruik te maken van gratis cliëntondersteuning. Zowel het Sociaal team als het Ondersteuningsteam zijn geschoold in het voeren van een brede intake. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een gezamenlijke checklist zodat alle levensgebieden (inkomen, gezondheid, relatie/gezin, etc.) worden besproken, de zogenaamde ‘zelfredzaamheidmatrix’ (zie www.zelfredzaamheidmatrix.nl).Het Ondersteuningsteam verzamelt in overleg met de jeugdige en/of zijn ouders alle voor het gesprek over de hulpvraag noodzakelijke en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie. Hiertoe behoort in ieder geval een identificatiedocument als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht.Zo spoedig mogelijk nadat de gegevens zijn verzameld, maakt het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek een afspraak voor een gesprek. Indien de gegevens van de jeugdige en zijn situatie reeds voldoende bekend zijn, kan het Ondersteuningsteam afzien van het verzameling van deze gegevens.Indien de jeugdige en zijn ouders dit wensen worden zij in de gelegenheid gesteld om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in art. 1.1. van de wet op te stellen en dit toe te voegen aan de gegevensverzameling. In dit plan wordt aangeven hoe ze de opvoed- en opgroeisituatie voor hun kind(eren) willen verbeteren. Ouders doen dat samen met familie, vrienden en anderen uit tot de sociale omgeving van hun kind, dat is vastgelegd in de Jeugdwet. In het familiegroepsplan ligt vast wat ouders zelf kunnen doen, wat zij met hulp van mensen uit hun omgeving kunnen doen, welke concrete doelen ze daarbij willen behalen en welke professionele hulp en ondersteuning zij daarbij nodig hebben. Met het familiegroepsplan krijgen ouders, gezinnen en hun netwerk de mogelijkheid om de regie te voeren over hulp die zij nodig hebben. De manier waarop gezinnen het familiegroepsplan tot stand brengen, staat vrij. Ook hoe het plan eruit ziet, mogen gezinnen zelf bepalen. Het hoeft niet aan bepaalde criteria te voldoen. De gemeente ondersteunt gezinnen bij het opstellen van het plan. Als de jeugdige en zijn ouders een familiegroepsplan hebben opgesteld en voor het vooronderzoek beschikbaar hebben gesteld, betrekt het Ondersteuningsteam Oost Achterhoek dat als eerste bij het onderzoek.Voor zover noodzakelijk onderzoekt het Ondersteuningsteam zo spoedig mogelijk na de gespreksvoorbereiding in een gesprek met deskundigen en de jeugdige en/of zijn ouders:•de behoeften, persoonskenmerken, voorkeuren, veiligheid, ontwikkeling en gezinssituatie van de jeugdige en/of zijn ouders en het probleem of de hulpvraag van het gezin;•het gewenste resultaat van het verzoek om jeugdhulp; •het vermogen van de jeugdige of zijn ouders om zelf of met ondersteuning van de naaste omgeving een oplossing voor de hulpvraag te vinden; •de mogelijkheden om gebruik te maken van een andere voorziening; •de mogelijkheden om jeugdhulp te verlenen met gebruikmaking van een overige voorziening; •de mogelijkheden om een individuele voorziening te treffen; •de wijze waarop de individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen op het gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, of werk en inkomen, en •de mogelijkheden om te kiezen voor de verstrekking van een persoonsgebonden budget, waarbij de jeugdige of zijn ouders conform artikel 8.1.6 van de wet, in voor hen begrijpelijke bewoordingen worden ingelicht over de gevolgen van die keuze. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een afwegingskader (zie bijlage 1).Het Ondersteuningsteam informeert de jeugdige en/of zijn ouders over de gang van zaken bij het gesprek, hun rechten en plichten en de vervolgprocedure en vraagt hen toestemming om hun persoonsgegevens te verwerken.3.3 Het gespreksverslag of ondersteuningsplanVan het gesprek wordt een onderzoeksverslag gemaakt, waarin het oordeel van het Ondersteuningsteam over de wenselijkheid van een individuele, overige en/of eventuele andere voorziening wordt vastgelegd onder vermelding van de aan de jeugdige of zijn ouders kenbaar gemaakte gevolgen. Indien het onderzoeksverslag leidt tot de wenselijkheid van een individuele voorziening, wordt ter zake een ondersteuningsplan opgesteld, tenzij dit gelet op de aard van de te leveren hulp niet noodzakelijk is. Zo spoedig mogelijk na het gesprek verstrekt het Ondersteuningsteam aan de jeugdige of zijn ouders, een schriftelijke weergave van het gesprek (het onderzoeksverslag) en, in voorkomend geval, het ondersteuningsplan. Opmerkingen of latere aanvullingen van de jeugdige of zijn ouders worden aan het onderzoeksverslag of ondersteuningsplan toegevoegd. Het definitieve onderzoeksverslag of ondersteuningsplan wordt voor instemming ter ondertekening voorgelegd aan de jeugdige en/of zijn ouders.Indien de gespreksvoorbereiding een afgerond beeld oplevert over de hulpvraag, kan het Ondersteuningsteam in overleg met de jeugdige of zijn ouders afzien van een gesprek en volstaan met een onderzoeksverslag.3.4 Ondersteuning hulpvraag middels (vrij toegankelijke) overige of andere voorzieningIndien de beoordeling van de hulpvraag door het Ondersteuningsteam of door de Backoffice leidt tot de wenselijkheid van de inzet van een vrij toegankelijke overige of andere voorziening, kan de jeugdige en/of zijn ouders hier vrijelijk gebruik van maken. Tenzij de ondersteuning direct geboden kan worden door het Ondersteuningsteam zelf, wordt de jeugdige en/of zijn ouders desgewenst doorgeleidt naar de aanbieder van de overige of andere voorziening. Indien de jeugdige en/of zijn ouders in afwijking van het eindoordeel uit het verslag van mening zijn dat toch een individuele voorziening toegekend zou moeten worden, kan zij dit door middel van een fictieve aanvraag voor een individuele voorziening aan het college ter beoordeling voorleggen.3.5 Aanvraag individuele voorzieningJeugdigen en ouders kunnen een aanvraag om een individuele voorziening schriftelijk indienen bij het college. De ontvangst van deze aanvraag wordt schriftelijk bevestigd. De aanvraag kan worden ingediend door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Een voor akkoord ondertekend verslag van het gesprek en, in voorkomend geval, een ondertekend ondersteuningsplan wordt door het college als complete aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd. Een niet voor akkoord ondertekend verslag van het gesprek of ondersteuningsplan wordt door het college eveneens als een aanvraag voor een individuele voorziening beschouwd, tenzij de jeugdige of zijn ouders hebben aangegeven geen aanvraag te wensen.De behandeling van de aanvraag van een individuele voorzienig gebeurt altijd door een medewerker van de Backoffice. Op de aanvraag wordt overeenkomstig de bepalingen hierover in de Algemene wet bestuursrecht door het college beschikt.3.6 BeschikkingOp de aanvraag wordt overeenkomstig de bepalingen hierover in de Algemene wet bestuursrecht door het college beschikt.Een beschikking is een aan de cliënt gericht officieel en schriftelijk besluit van de gemeente dat bepaalde rechtsgevolgen heeft. In de beschikking wordt, voor zover van toepassing, aangegeven: •de voorziening die wordt toegekend of afgewezen; •motivering: waarom wel of geen toekenning. Vermeld moet worden op welke wijze de toe te kennen individuele voorziening bijdraagt aan de te behalen resultaten en aan het behouden en bevorderen van de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van belanghebbende. Indien sprake is van een afwijzing, wordt aangegeven waarom wordt afgewezen en op welke wijze belanghebbende zelf het probleem kan oplossen;•de vorm waarin de voorziening wordt toegekend;•wat de hoogte van het persoonsgebonden budget of financiële tegemoetkoming is en hoe deze tot stand is gekomen;•de duur van de verstrekking;•de aan de (eventuele) toekenning verbonden verplichtingen: voor welk resultaat een persoonsgebonden budget gebruikt moet worden, een teruggaveverplichting en het doorgeven van gewijzigde situatie;•bezwaarclausule: iedere aanvrager heeft het recht als hij het met een beschikking niet eens is, in bezwaar te gaan. De gemeente streeft ernaar, voordat een negatief of afwijkend besluit valt, betrokkene in de gelegenheid te stellen hierop te reageren. Dit maakt het mogelijk dat door de gemeente eventueel gemaakte fouten hersteld kunnen worden alvorens definitief te beschikken.4 Persoonsgebonden budgetHet college van burgemeester en wethouders biedt personen die aanspraak hebben op een individuele voorziening de keuze tussen het ontvangen van een voorziening in natura of het ontvangen van een hiermee vergelijkbaar en toereikend persoonsgebonden budget.4.1 Persoonsgebonden budgetConform artikel 5b van de Verordening Jeugdhulp Winterswijk 2017 verstrekt de gemeente, indien ouders of jeugdige dit wensen, hen een persoonsgebonden budget dat hen in staat stelt om de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort, van derden te betrekken. Een pgb kan verstrekt worden voor jeugdhulp zoals beschreven in de percelen 1, 2 en 3 van het Aanbestedingsdocument Individuele voorzieningen Jeugdhulp en Maatwerkvoorzieningen Wmo 2017 en 2018. Het betreft de volgende vormen van jeugdhulp:a.ondersteuning individueel gericht op ontwikkeling en stabilisatie;b.ondersteuning groep gericht op ontwikkeling en stabilisatie;c.logeren. De aanvraag voor een pgb komt tot stand overeenkomstig hoofdstuk 3 in deze beleidsregels Jeugdhulp 2017. Een persoonsgebonden budget wordt verstrekt, indien:a)de jeugdige of zijn ouders naar het oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn tot een redelijke waardering van de belangen ter zake dan wel met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een vertegenwoordiger, in staat zijn de aan een persoonsgebonden budget verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren;b)de jeugdige of zijn ouders zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat zij de individuele voorziening die wordt geleverd door een aanbieder, niet passend achten; enc)naar het oordeel van het college is gewaarborgd dat de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort en die de jeugdige of zijn ouders van het budget willen betrekken, van goede kwaliteit (veilig, doeltreffend en cliëntgericht) is.Het college verstrekt geen pgb voor zover de aanvraag betrekking heeft op kosten die de jeugdige en/of zijn ouders voorafgaand aan de indiening van de aanvraag hebben gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte hulp noodzakelijk was.4.2 Bepaling hoogte pgb bij inschakelen professionalsMet betrekking tot de pgb-tarieven is het gangbare praktijk dat deze lager liggen dan tarieven waarmee vergelijkbare zorg in natura wordt ingekocht. Dat heeft ermee te maken dat er bij een pgb minder overheadkosten hoeven te worden meeberekend. Gemeenten mogen variëren met hun tarieven al naar gelang de professionaliteit van de met het pgb ingekochte ondersteuning. Voor een persoon uit het sociale netwerk geldt een lager tarief dan voor een opgeleide hulpverlener in dienst bij een aanbieder. Het pgb tarief:1.Is gebaseerd op een door de jeugdige en/of zijn ouders opgesteld budgetplan (als onderdeel van het ondersteuningsplan) over hoe zij het pgb gaan besteden;2.Dient toereikend te zijn om effectieve en kwalitatieve goede zorg in te kopen;3.Het college stelt de tarieven voor de vormen van jeugdhulp die via een pgb ingezet kunnen worden vast in het Besluit jeugdhulp Winterswijk 2017;4.Indien een gewenste individuele voorziening duurder is dan het door het college vastgestelde tarief hebben de jeugdige en zijn ouders de mogelijkheid dit meerdere zelf bij te betalen.5.Voor professionele aanbieders van jeugdhulp met inzet van een pgb gelden dezelfde wettelijke kwaliteitseisen als bij Zorg in Natura.Voor de verdere uitwerking van de hoogte van het pgb wordt verwezen naar het Besluit Jeugdhulp Winterswijk 2017.4.3 Pgb bij inschakeling van het sociale netwerkDe jeugdige of zijn ouders, aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden met inzet van het pgb betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, indien:a.de te verlenen hulp begeleiding, persoonlijke verzorging of logeren betreft;b.de te verlenen hulp de algemeen gebruikelijke zorg en inzet voor elkaar overstijgt;c.de uitvoerder van de met het pgb ingekochte hulp aannemelijk kan maken dat de te verlenen zorg niet leidt tot overbelasting;d.het pgb niet wordt gebruikt voor de betaling van tussenpersonen of belangenbehartigers;e.de uitvoerder van de met het pgb ingekochte hulp op geen enkele wijze druk op de pgb-houder heeft uitgeoefend bij diens besluitvorming;f.de uitvoerder van het met de pgb ingekochte hulp behoort tot de beroepsbevolking en door de geboden hulp minder kan deelnemen aan de arbeidsmarkt en hierdoor inkomstenverlies kent. Er is geen sprake van inkomstenverlies wanneer de hulp uit het sociaal netwerk een uitkering ontvangt;g.de persoon die de hulp verleend over de minimale opleidingsvereisten beschikt, welke voor deze vorm van hulp op basis van landelijk geldende kwaliteitscriteria van toepassing zijn;h.de voorgenoemde criteria kunnen worden getoetst aan het door de jeugdige en zijn ouders schriftelijk ingediende budgetplan.Het pgb voor jeugdhulp wordt slechts voor een beperkte periode en maximaal voor drie jaar verstrekt. Door het gebruik van het systeem van trekkingsrecht vindt de controle op het gebruik van het pgb plaats via de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Hiervoor dient een zorgovereenkomst bij de SVB te zijn ingediend, door de SVB arbeidsrechtelijk te zijn gecontroleerd en goedgekeurd.5 Klachten en bezwaarregeling5.1 KlachtHet kan zijn dat een cliënt niet tevreden is over een medewerker die van of namens de gemeente komt. Ook kan de cliënt ontevreden zijn over de werkwijze of over het besluit op zijn aanvraag. Dan kan hij een klacht indienen bij de gemeente. De gemeente zal beoordelen of zij de klacht zelf dient te behandelen of dat de klacht bij een andere organisatie thuishoort en daarom doorgestuurd moet worden. Een cliënt kan een klacht ook rechtstreeks bij de organisatie die het betreft indienen. De klacht kan schriftelijk, telefonisch of elektronisch ingediend worden. De cliënt krijgt een schriftelijke bevestiging waarin ook het verdere verloop van de procedure wordt uitgelegd. 5.2 BezwaarTegen het besluit kan binnen zes weken bezwaar worden gemaakt. Bij het in behandeling nemen van het bezwaarschrift kan eventueel in overleg met betrokkene worden bekeken of mediation in dat geval een oplossing kan bieden. Mediation is een vorm van bemiddeling in conflicten waarbij partijen onder begeleiding van een neutrale persoon, de mediator, proberen samen tot een oplossing van het geschil te komen.5.3 InwerkingtredingDe Beleidsregels treden in werking op 1 januari 2017. Met ingang van de datum van inwerking treden van de Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Winterswijk 2017, vervallen de Beleidsregels toegang en toeleiding Jeugdhulp via het generalistenteam gemeente Winterswijk 2015.

 

Onderwerp: Zorg en gezondheid | Organisatie en beleid, officielepublicaties uit categorie officielepublicaties/gmb/2016.

Dit artikel verscheen op deWinterswijkgids.nl op 10-05-2024.

Laat dit artikel viral gaan in Winterswijk, deel het met je vrienden!

Auteur

Foto van Redactie deWinterswijkgids.nl
Redactie deWinterswijkgids.nl

Weet wat er speelt in jouw buurt. Wij krijgen van de gemeente altijd als eerste de laatste vergunning aanvragen & andere bekendmakingen. Wij delen deze met onze lezers.

  1. Bekendmakingen winterswijk
  2. gmb-2016-188324

Gerelateerde berichten